Werking
De cannabisplant bevat unieke chemische stoffen: de cannabinoïden. Tot op heden zijn er meer dan 100 verschillende cannabinoïden in de cannabisplant gevonden. De bekendste zijn THC (tetrahydrocannabinol) en CBD (cannabidiol).
In de cannabisplant zijn de cannabinoïden in de zuur-vorm aanwezig (THC-zuur en CBD-zuur). Door verhitting worden de zuren omgezet in de actieve vorm (THC en CBD).
Er zijn verschillende typen cannabinoïd-receptoren geïdentificeerd: CB1 en CB2 zijn de meest bekende. De CB1-receptor komt vooral voor in het centrale zenuwstelsel en is met name verantwoordelijk voor de pijnmodulatie en het anti-emetisch effect, maar hebben ook werking op oa het geheugen en de motoriek. De CB2-receptor komt vooral perifeer voor, met name op cellen van het immuunsysteem (vooral in de milt), en is daarmee verantwoordelijk voor de immunologische efecten van cannabinoïden. THC is een agonist van de CB1 en CB2 receptor, CBD is een CB1-antagonist en CB2-agonist. Overstimuleren van de CB-1 receptor leidt tot een gevoel van intoxicatie, ook wel bekend als ‘high’ of ‘stoned’ worden.
De cannabisplant bevat ook terpenen, de geurstoffen die cannabisvariëteiten hun karakteristieke geur en smaak geven. Tot nu toe zijn er al meer dan 120 verschillende terpenen in de plant gevonden. In tegenstelling tot cannabinoïden zijn alle belangrijke terpenen in cannabis (bijv. myrceen, alfa-pineen en bèta-caryofylleen) ook alom aanwezig in de natuur.
Op basis van uiterlijke kenmerken kunnen cannabis variëteiten opgedeeld worden in twee types: sativa en indica. De twee types hebben meestal een verschillende geur, wat wijst op een verschil in terpenen. Sativa wordt vaak omschreven als mentaal stimulerend en energiek, terwijl indica juist als ontspannend en rustgevend wordt bestempeld.
In Nederland zijn vijf beschikbare soorten beschikbaar die variëren in samenstelling.
Meer informatie over verschillende cannabis soorten kunt u hier vinden: